Zelfhypnose voor sporters. Is dat zweverig?
Een intelligente trainingsaanpak met voldoende rust, een gezonde en evenwichtige voeding en doordachte suppletie zijn de belangrijkste gereedschappen waarmee sporters zichzelf kunnen overtreffen. Dat staat buiten kijf. Maar als je daarnaast behoefte hebt aan wat extra’s is zelfhypnose een heel interessante optie. Het is minder zweverig en stukken effectiever dan je waarschijnlijk denkt.
Goed, zelfhypnose is een besmette term. Door films, series en spelshows zijn we hypnose gaan associëren met het verlies van controle over onszelf. Iemand onder hypnose, zijn we gaan denken, stelt zich ten overstaan van de goegemeente aan als een idioot en zet zichzelf voor schut. Maar dat is niet wat hypnose is, en het is ook niet waarover dit stukje gaat.
Hypnose – echte hypnose – is mentale chirurgie. Zoals een chirurg met zijn scalpels en lasers kan ingrijpen in een lichaam, kun jij door gebruik van zelfhypnose de manier veranderen waarop je geest werkt. En dat kan ervoor zorgen dat je sterker, sneller, flexibeler, alerter en wendbaarder wordt. ‘Als je de kracht van de geest optimaal benut, zijn er geen grenzen aan wat het lichaam vermag’, zei Arnold Schwarzenegger ooit.
De Methode Coué
Om je uit te uit leggen hoe je deze vorm van mentale chirurgie kunt gebruiken, wil ik graag met je terug in de tijd – naar het begin van de twintigste eeuw, om precies te zijn. In die periode publiceerde Franse psycholoog Émile Coué (1857-1926) zijn boek Self-Mastery through Conscious Autosuggestion (1920), waarin hij alle basisprincipes van zelfhypnose uiteenzette. Ook Coué had een hekel aan de termen ‘hypnose’ en ‘zelfhypnose’, waaraan toen al dezelfde connotaties kleefden als nu. Daarom gebruikte hij liever de termen ‘suggestie’ en ‘autosuggestie’.
Coué werkte in zijn jonge jaren in een apotheek. In die periode konden artsen veel ziekten nog niet behandelen, en schreven dus veelvuldig placebo’s voor. Apothekers wisten dus dat ze sommige ernstig zieke patiënten middelen zonder actieve stoffen gaven. De jonge Coué ontdekte dat ook die patiënten soms vooruitgingen, en dat zijn gedrag tegenover die patiënten een rol speelde.
Als hij zich positief uitliet over de gezondheid van de patiënten, dan hadden die woorden effect. ‘U ziet er al een stuk beter uit dan de vorige keer’, zei hij dan bijvoorbeeld. ‘Het gaat goed met uw gezondheid.’ Als de patiënt de volgende keer zijn medicijnen kwam ophalen, was hij dikwijls ook echt vooruitgegaan. Liet Coué die bemoedigende woorden achterwege, dan gebeurde dat niet.
Op basis van die ontdekking ontwikkelde Coué zijn systeem. Het zou na publicatie van zijn eerste boek wereldwijd bekend worden als De Methode Coué. Een paar simpele woorden, met een positieve strekking, konden de gezondheid van patiënten verbeteren. De suggestie nestelde zich in de geest van de persoon tot wie deze woorden waren gesproken, en beïnvloedde vervolgens de gezondheid van de ontvanger.
Sterker dan wilskracht
De invloed van suggestie is moeilijk te overschatten, oordeelde Coué. ‘De invloed van suggestie is groter dan die van wilskracht’, vond hij. Om die uitspraak te verduidelijken, liet hij zijn lezers in gedachten een experiment op zichzelf uitvoeren. Hij liet ze zich inbeelden hoe er in hun huiskamer een meterslange plank van twintig centimeter breed over de vloer lag. ‘Loop over die plank, van het ene uiteinde naar het andere’, vroeg hij zijn lezers. ‘Zonder je voeten op de vloer te zetten.’
Goed, dat was makkelijk. Maar plaats de plank in gedachten tussen de daken van twee hoge gebouwen, boven een steegje. En loop nu nog eens over diezelfde plank heen en weer.
Kijk, dat is al een stuk moeilijker. En in de fysieke werkelijkheid zullen maar weinig mensen in staat zijn over die plank te lopen. De angst om te vallen is zo aanzienlijk, dat vrijwel alle mensen aan hun vermogen gaan twijfelen om de oversteek te kunnen maken. En daardoor is de kans groot dat zo’n onderneming inderdaad zou uitlopen op een dodelijke valpartij.
Wat in die gevallen zou helpen, aldus Coué, is het implanteren van de juiste suggesties. Zo zou het lopen over een smalle balk op grote hoogte net zo makkelijk kunnen worden als het lopen over eenzelfde plank op de vloer. Coué was overigens geen voorstander van zulke experimenten. Hij hoopte dat mensen door suggestie van hun examenstress af konden komen, hun slaapproblemen konden oplossen of gezonder zouden gaan eten. En ook met het verbeteren van trainingsresultaten van sporters zou hij waarschijnlijk geen problemen hebben gehad.
Toen hij nog achter de toonbank van de apotheek stond, had Coué suggesties geplant in de geest van zijn klanten. Hij ontdekte later dat hij ook bij zichzelf suggesties kon inplanten, en dat dit kinderlijk eenvoudig was. Het was voldoende om zelf een autosuggestie hardop uit te spreken.
Zo werken de menselijke hersenen nu eenmaal. Als we iets horen, is onze primaire reactie dat we het geloven. Uiteraard weten we dat we beduveld kunnen worden, en dat we dingen verkeerd kunnen begrijpen, maar dat zijn secundaire reacties. Als we onze hersenen iets vertellen, geloven ze het in eerste instantie. Zo simpel is het. Coué gebruikte zijn methode trouwens zelf ook. ‘Elke dag gaat het me in alle opzichten beter en beter’, zei hij elke dag meerdere keren tegen zichzelf.
Praktische toepassing
Coué ontwikkelde zijn systeem verder, en stelde regels op die vertellen wat je met autosuggestie wel en niet kunt bereiken, en hoe je autosuggesties effectiever kunt maken.
#1. Laat je autosuggestie betrekking hebben op iets wat je doet. Gebruik het woord ‘ik’, en koppel dat aan handelingen die ‘ik’ moet uitvoeren. Hoe prominenter jouw handelen in je autosuggestie is, hoe beter. Jezelf vertellen dat je schatrijk zult worden is niet vruchtbaar, en jezelf vertellen dat je een wedstrijd zult winnen ook niet. Kies in plaats daarvan voor een concrete suggestie als: ik zal binnenkort 15 reps kunnen bankdrukken met honderd kilo.
#2. Wees realistisch in je doelstellingen. De voorbeeldsuggestie van hierboven is realistisch als je nu al 12 tot 13 reps met honderd kilo kunt banken, maar niet als je nu nog zuchtend en steunend blijft hangen op 2 reps.
#3. Wees zo concreet mogelijk. Als je nu 6 reps kunt bankdrukken met honderd kilo, en je overmorgen weer de borst gaat trainen, zeg dan tegen jezelf: ‘Als ik overmorgen ga bankdrukken, dan zal ik die honderd kilo misschien in eerste instantie zwaar aanvoelen, maar als ik de zesde rep heb gedaan, zal ik merken dat ik nog wat kracht over heb. En daarmee kan ik die zevende rep maken.’
#4. Spreek je autosuggestie hardop uit. De hersenen zijn ontvankelijker voor suggesties die ze horen dan suggesties die via andere zintuigen worden toegediend.
#5. Herhaal de boodschap meerdere keren per dag. De ervaring van Coué, maar ook die van legio hypnotherapeuten die in zijn voetsporen zijn getreden, was dat herhaling suggesties effectiever maakt. Spreek je autosuggestie minimaal vijf keer per dag uit. Niet achter elkaar natuurlijk, maar verspreid over de dag, met tussenpozen van enkele uren. Zo kunnen je hersenen de autosuggestie beter absorberen.
Meer informatie
Met dit lijstje kun je al direct aan de slag, maar misschien heb je behoefte aan meer informatie. Er zijn in de loop van de twintigste eeuw vernuftige systemen ontwikkeld waarmee je de manier waarop je hersenen werken kunt veranderen, maar de basisprincipes van die benaderingen vind je bijna altijd terug in het werk van Coué. Zijn belangrijkste boek, Self-Mastery through Conscious Autosuggestion, staat integraal op het web, gratis en voor niets.
Lees het, als je meer over autosuggestie wilt weten. Je zult er geen spijt van krijgen.
Willem Koert